‘S Avonds laat stond ik (Natascha Bruti) bij station Hollands Spoor in Den Haag op de tram te wachten. Een meneer die de gehele wereld tot zijn woonplaats kan rekenen benaderde me en vroeg geld. Ik vroeg of ik misschien bij hem kon pinnen omdat ik geen kleingeld bij me had. Hij lachte zijn tandeloze lach. Ik kon niet anders dan met hem meelachen. Toen we uitgelachen waren keek hij me een tijd aan. Ik voelde me alsof ik een soort MRI van de ziel onderging. En toen begon hij te praten. Over zijn leven, zijn familie, zijn grote gebeurtenissen. Hij rolde kleding opzij om mij littekens te tonen die bij zijn verhalen hoorden. Het deed me denken aan de manier waarop de kleuters in mijn klas mij vroeger hun wondjes lieten zien en daarbij zeiden: “En ik heb niet gehuild.”
Mijn tram naderde. Ik zei hem dat ik ging instappen. Tranen rolden over zijn wangen toen hij mijn arm pakte en zei: “Dit is me veel waard. Dat je gewoon naar me luistert.” Ik knikte woordeloos en stapte in. Ik zwaaide naar hem zolang ik kon…
[EK 2013-03 – Naar een verhaal van Natascha Bruti – www.theemetkoekjes.net]
Categories: Korte Verhalen