Een meester krijgt veel vragen en opmerkingen van zijn leerling en reageert hierop…
l: Meester, ik ben al die veranderingen moe.
m: Goed, en hoe wil je daar verandering in brengen?
l: Meester, als ik hier zo zit, voel ik geen impuls tot ontwikkeling.
m: Dat is een goed teken!
l: Meester, ik heb geen tijd voor mijn passie!
m: Is het dan wel je passie?
l: Meester, deze time-out duurt nu al lang genoeg.
m: Oké, ga dan maar naar je andere time-out.
l: Meester, geef toe, je bent niet coachbaar.
m: Klopt, ik leid mijzelf!
l: Meester, ik lees hier: ‘Als je de wereld wilt veranderen, begin bij jezelf’.
m: En ik lees hier: ‘Als je jezelf wilt veranderen, begin bij de wereld’.
l: Meester, hoe komt het dat jij de dingen zo duidelijk ziet?
m: Ik sluit mijn ogen.
l: Meester, ik ben klaar om leider te zijn.
m: Waarom zit je dan nog hier?
l: Meester, ik wil koning worden.
m: Met of zonder kasteel?
l: Meester, ik heb je door. Jij hebt de raadselstijl.
m: En jij de zeurstijl.
l: Meester, ik wil perfect zijn. Hoe doe ik dat?
m: Door niet langer naar perfectie te zoeken.
l: Meester, hor komt het dat ik mijn doel niet bereik?
m: Wanneer het ene oog te veel naar het doel staart, vindt het andere oog de weg niet.
l: Meester, ik voel me goed bij jou.
m: Dat is een slecht teken.
l: Meester, ik vind mediteren erg vermoeiend.
m: Ik ook.
l: Meester, kun je mij niet op een situationele manier begeleiden?
m: Jazeker. Hou nou eens je bek en doe wat je gevraagd is!
[EK 2012-03 inspiratie uit Handboek coachend leiderschap – Rudy Vandamme]