Op een dag liep er een man langs een huis en zag een oud dametje in haar schommelstoel, een oud mannetje dat naast haar in zijn schommelstoel de krant las en een hond die tussen hen in op de veranda lag te janken alsof hij pijn had. Terwijl hij langs liep vroeg de man zich stilzwijgend af waarom de hond zo kermde.
De volgende dag kwam hij weer langs het huis. Hij zag het oude paar schommelen in hun stoelen en de hond tussen hen in liggen en hoorde hem hetzelfde gepijnigde geluid maken. Verwonderd beloofde de man dat hij, als de hond de volgende dag nog zo jankte, het oude stel zou vragen wat er aan de hand was met het dier.
Op de derde dag zag hij hetzelfde tafereel en dit maal hield hij het niet langer uit; “Neemt u mij niet kwalijk mevrouw”, riep hij naar de oude dame, “ wat is er met uw hond aan de hand?”.
“Oh die”, zei ze, “die ligt op een spijker”. In de war gebracht door haar antwoord vroeg de man; “ Als hij op een spijker ligt en het doet zeer, waarom staat hij dan niet gewoon op?”.
De oude dame glimlachte en zei op een lieve oma-achtige toon: “ Nou lieverd, het doet net zeer genoeg om er over te jammeren maar nog niet zeer genoeg om in beweging te komen”.
[EK 2011-08]