Er staat een prachtige auto op een parkeerplaats; glimmend in de zon en magnetisch voor kleine jongens. Vandaar dan ook dat er een jochie van een jaar of tien vol bewondering naar de auto staat te kijken.
Er komt iemand aan die de jongen en de auto glimlachend opneemt.
‘Vind je mijn auto mooi?’ zegt de man.
‘O ja, geweldig!’, zegt de jongen, ‘wat zal die duur zijn!’
De man opent het portier en zegt: ‘Nou, eigenlijk weet ik dat niet.
Ik heb deze auto namelijk van mijn broer gekregen, als cadeau.’
De jongen staart de man met grote ogen aan.
‘Van uw broer gekregen? Waauw! Ik wou dat ik…’
‘… ook zo’n broer had?’ vult de man lachend aan.
‘Nee, dat ik ook zo’n broer kon zijn.’